dinsdag 18 september 2012

OP DE DOOD

(naar Michelangelo)


ik zie een lieflijk licht door uw mooie ogen
hoe blind mijn blik dan ook mag zijn
gaande op uw voeten tors ik een last, waarbij mijn
eigen kreupelheid niets zou vermogen

zelfs zonder vleugels, heb ik op uw vlerk gevlogen,
de geest die mij ten hemel draagt ben jij,
uw oordeel doet, in warm en koud getij
mijn wang verbleken of haar blos verhogen

mijn wil ten volle in uw wil opgegaan,
uw hart de bron van mijn gedachten
uw adem schenkt het leven aan mijn woord

alleen ben ik als de verduisterde maan
wiens schemerlicht slechts glimt door onze nachten
omdat de zon haar met haar glans omgloort


bestemd eens tot zijn oorsprong weer te keren
daalde uw onsterfelijk deel tot de aardse staat
een engel zoet, wiens medelijden zonder maat
elk zo geneest dat niets hem meer kan deren

de zuivere ziel is het wit van mijn begeren
meer dan het leven, het schone, van uw gelaat
want de edele geest richt zich niet op wat vergaat
zijn hoop, doch op wat blijft in hemelse sferen

het mooie van ieder zeldzaam ding, zoals
de natuur het ons soms schept, dat ons verheugt,
is een hemelse gift bij zijn geboorte geweest

maar nergens toont gods genade zich zo rijk
als in een lichaam, sterfelijk doch vol deugd
zo bemin ik haar, zijn weerglans, het allermeest



hoe heuglijk verheugt zich welgewonden
de krans van bloemen op haar gouden haar,
naar het voorhoofd heen verdringen zij elkaar
naijverig wie de eerste kus zal monden

het gewaad dat haar omvloeit voelt zich alle stonden
van de dag tevreden: haar sluier klaar
om gestadig te strelen hals en wangenpaar
heeft in de plicht zijn heerlijk heil gevonden

toch lijkt mij het allerzaligst het lint
dat goud gezoomd over borst gehangen
schuchter de boezem drukt die het omvat

de gordel sluitend om haar lenden, zint:
hield ik steeds zo'n schone buit gevangen,
ach, zo eens ik dit al in mijn armen had



toen zij, die zoveel schoon in zich vereent,
de wereld en mijn blikken werd onttogen
waande natuur zichzelf en ons bedrogen
vereerd wou zij haar zien, doch niet beweend

maar heeft de dood hovaardig gemeend
de zon der zonnen te moeten doven, het zou zijn gelogen
want liefde heeft op aarde als in de hoge
hemel een schoner leven aan hem verleend

wel dacht de valse wrede dood dat hij
haar deugdelijke roep verstild had en dat
haar zieleschoonheid was vergaan, voorbij

maar zie de klaarte stralen uit de schat
van haar gedachten, voor zichzelf won zij
een heil dat ze op aarde niet bezat



mijn zalige ziel, wiens zonnezuiver gloren
verjongt mijn oud, ten dode kwijnend hart
jij die in weelde en genot verward,
mij toch gedenkt en mij hebt uitverkoren

mijn ogen heb je reeds verblijd tevoren,
maar thans troost je mijn geest, droef en benard
zodat het lijkt dat nieuwe hoop de smart
overwon en nieuw verlangen werd geboren

nu ik in uw ontferming heb gevonden
voor mijn zieke hart zo een kostelijke artsenij
heb ik slechts woorden van dank als loon

want schande zou het zijn en zware woekerzonde
als ik u een dood en zielloos schilderij
in ruil gaf voor een ziel, zo levend en zo schoon



maandag 17 september 2012

MARIJKE

De tekening die Marijke maakte
op de achterkant van een stuk behangpapier
was helemaal verknoeid.

Zij vond dat het een bloem was,
terwijl ik er een soldaat inzag
met afgeschoten been.

En die boom die naast de bloem stond,
was geen boom die naast een bloem stond
maar een grote vieze vlek.

Maar ze was mooi Marijke,
mooi en erg lief,
en dan vergeef je alles.

Dan is die bloem de mooiste bloem,
en die boom de mooiste boom
en Marijke heel erg mooi en lief.

MARIJKE 2

Met de bus naar kabouterland!
Ik wist van vader dat kabouters
geen kabouters waren
maar hele kleine dwergen.
Maar evengoed:
ze leefden in het bos.

Bij vertrek vloog er een mus
tegen het raam,
ze reed een eindje mee,
tot aan de eerste bocht,
daar ging ze richting pierenland.

Marijke had op haar hoofd
de allermooiste pinnemuts
en ik een kerstmuts van het jaar ervoor
met bovenop een rendiergewei.

Deze muts, zei moeder, is een pinnemuts,
voor zeer belangrijke kabouters.
Maar let wel op
voor dronken jagers in het bos.

MARIJKE 3

Ik met Marijke naar het bal,
zij ging als prinsesje
en ik zoals steeds als mezelf.
Zo vond moeder mij het mooiste
zonder vermomming of dure atributen.

Een prins dat ben je,zei ze,
dat word je niet.
En op het bal dus flauwe grappen...
Waar ik dat masker had gekocht?...

De eerste dreun gaf ik aan Zorro,
een jongen uit de straat,
de tweede was voor zijn trouwe knecht.
Daar stonden ze dan de helden,
met hun plastieken zwaard.

Verslagen door een prins,
een echte prins,
de prins van een prinsesje.

MARIJKE 4

Van al de geheimen,
zei Marijke,
bewaar ik het allergrootste.
Ik hou het gevangen
in dit flesje,
want een geheim
kan ook een traan zijn.
Ook al beweert moeder
dat je verdriet
de vrije loop moet laten.

MARIJKE 5

Ik naast Marijke in de klas,
afkijken mocht als ik haar tas droeg.
Ik droeg ze toch,
ook als ik alles wist
en stiekem deed alsof ik dom was.

Ik wou met haar naar Siberiƫ,
maar zij verkoos een warmer land.
Ze hield teveel van bloemen...

Dus werd het Lokeren voor een dag.
Niks mis met Lokeren, Lokeren was prima,
veel bewolking en niets te zien...

Dus deden we de ogen dicht,
zij in Lokeren, ik in Siberiƫ .
Het liet me koud, want Marijke straalde
voor een dag.

zaterdag 15 september 2012

SLAAPLEKKER ROODKAPJE

Martini maakt de lippen los, zodanig zelfs
dat Lowieke de Vos mijnheer De Uil wil pijpen
in het grote dierenbos.

En hup, had ik het niet gedacht,
daar wordt Willem Bever al door zijn
Broertje Ed verkracht, terwijl Bor de Wolf
juffrouw Mier bezeikt met een paal
die tot aan de hemel reikt.

Stoffel de Schildpad komt traag, doch
nooit helemaal klaar in juffrouw Ooievaar
en Zoef de Haas is snel dat wel,
maar hij heeft een ziekte aan zijn spel.

En wie ligt daar voor half dood?
Een meisje helemaal in het rood...
Roodkapje, ach die geile stoot...
Zou de politie niet moeten weten
wie haar onderspoot?

Welnee, ze komt uit een vreemd verhaal
en spreekt geenszins de dierentaal...
Zo gaat dat in het dierenbos:
wie niet van daar is, is de klos.
Oogjes dicht en snaveltjes toe.
Slaaplekker Roodkapje!

GESIGNALEERD

Man
van plus minus
82 jaar
op de spoorweg
tussen Aarschot en Leuven
meer bepaald te Wezemaal.

Hij is in het bezit
van een beenprothese
en een zak ribbetjes,
beiden zijn mogelijk afkomstig
van zijn buurvrouw
die al gedurende 2 maanden
zoek is.

Man kan gevaarlijk zijn
op zon en feestdagen!

GEZOCHT

Bonzai-dwerg
om 2 maal per dag
chiuahua
uit te laten.
Aidstest verplicht!

donderdag 13 september 2012

DAT IS WAT IK WIL

Naast je zitten en me goed voelen om niks,
alleen het zachtjes tikken van jouw hart
aanhoren en spreken met de handen,
een soort gebarentaal voor geliefden die genoeg
hebben aan woorden voelen.

Zien hoe je neusvleugels bewegen
bij het roken van een sigaret
en het vuur dat oplaait bij elke trek willen doven
uit angst dat je op een dag zal sterven
en er niks meer te voelen valt.

Je omhelzen tussen veertien zinnen
die woord per woord gemeend zijn.
Als een levend sonnet je op die woorden nemen
en op het ritme van die woorden
de stilte laten sterven. Dat is wat ik wil.

PRACHTIGE OGEN

ik hou zo van jouw ogen
ze snijden tranen tot kristalhelder glas
en lezen boeken blind
tot elk blad verscheurd
een ander verhaal vertelt

en als ze helder kijken
kijken ze dieper dan de zwemmer duiken kan

maar toch waag ik de sprong
al was het om alleen maar te bewijzen
dat ik niet te redden val

en als ze stralen toveren ze kuiltjes in jouw wangen
als kleine glaasjes waaruit ik drinken wil
en als ze huilen wil ik sterven
aan de schoonheid van je tranen
die als parels over de bladeren

van een witte orchidee de wortels
van het leven raken

maar het liefste kijk ik gewoon
jouw ogen binnen
omdat ik niks kan bedenken
waar ik meer van hou dan jou

IK WOU GEWOON

Ik wou gewoon, nou ja, ach laat maar.
Ik zag je en ik dacht. En tevergeefs
zoekend naar woorden kwam ik niet verder
dan. Had ik mijn ogen kunnen sluiten,
ik droomde jou de hemel in.

Ik wou je proeven maar. Gewoon
even je lippen smaken en terwijl luisteren naar.
Maar het bleef stil. Ook deze keer
geen serenade. En toch wou ik gewoon,
nou ja, ach laat maar.

SONNET VOOR MOEDER

Moeder nu je uw woorden niet meer vindt
vertel je rare dingen, over kraaien
in uw hoofd die naar de hemel zwaaien
omdat niets je nog met dit leven bindt.

Over vroeger, mensen vaak, die elke dag weer
anders heten. Over het huis waar je in woonde,
waar je in uw kindertijd in droomde
en de wilgen in de tuin en de goede sfeer.

Over vader die je sinds de oorlog niet meer zag,
als ik daarop zeggen mag: hij staat naast je
met al zijn zorgen. Hij verzorgt je elke dag.

Soms zeg je met een bittere lach
dat je weldra heen zult gaan,misschien
wel morgen. Ook al vergeet je tijd en dag.

WAAROM NOG SCHRIJVEN

Ik wil jou als taal beminnen totdat je
van  perkament mijn woorden overleeft.
Als een rol papyrus in de dode zee
het zeewier op je huid vertalen
en het zout op je lippen proeven
totdat er geen letter meer te schrappen valt
en al schrap je hele zinnen dan nog houden van...

Ik wil dat je handen op mijn borst
mijn woorden weer tot leven brengen
en verder wil ik zwijgen
omdat er niks te zeggen valt.
Ik wil zoveel alleen maar jou
dat de inkt jouw naam al kent.
Waarom nog schrijven dan.

woensdag 12 september 2012

NAAST JOU ONTWAKEN

Naast jou ontwaken is van schoonheid sterven
aan teveel. Is lakens delen met weinig woorden
en kijken hoe je borsten bij elke hartslag praten.

Me slecht voelen omdat geluk verdrietig maakt
en vervolgens hopen dat ik nooit gelukkig word.
Voelen hoe je opgewonden een verhaal vertelt
waar je de woorden niet voor kan vinden en

vergeten. Omdat die woorden er niet toe doen.
Naast jou ontwaken is van schoonheid sterven
aan teveel en je herhalen. Vooral dat laatste.

VRIEND OF VIJAND

vau duim en wijsvinger
maakte ik een pistool
richtte het op haar
liet een keiharde scheet
en vroeg:
VRIEND OF VIJAND?
ze vroeg even bedenktijd...

GEZOCHT

vrouw
met lange benen
mooie borsten
prachtig lichaam
dito kont
smaakvol gekleed
(liefst kort gerokt)
glimlach
en stralende ogen
om tweemaal
per week
reclamefolders
rond te dragen

WEG KWIJT

hier rechtdoor
dan naar links
100m verder
terug naar links
en dan naar rechts

daar is het mortuarium
nog een prettige dag verder

ALARM

seksbom
achtergelaten
in station
Brussel-Noord

hopelijk
gaat ze niet af
op klaarlichte dag

GEZOCHT

pekinees
om aan linker
teelbal
te likken

aan de rechter
kan ik
zelf aan

PORNOLITERATUUR

het leest spannend
in deze broek
al vond ik de film
beter

DER GLORREICHE AUGENBLICK

uit haar
kaalgeschoren poes
weerklonk een cantate
van beethoven
'Der glorreiche augenblick'
niet voor dovemansoren
maar wel een paar tellen
uit de maat

PIJN

Weet je hoe je pijn beschrijft?
In hele dunne zinnen
Met schaafwonden op het hart
Met ratten in je hoofd
Met het geritsel van een slang
Het gebrul van een leeuw
Het gezeik van een dronkenlap
Met de handen van een wurger
Met de bijbel onder je hoofd
Met de jas aan van een bedelaar
Met de fles onder het bed
Met tabak in je adem
Met heel weinig letters

VLUCHTEN MOE

(Naar Petrarca)

mijn ziel is in uw hart gebleven
ik nam de benen, maar ben niet weggegaan
en heb me nooit van de last ontdaan
die de liefde mij te dragen heeft gegeven
soms word ik door de liefde voortgedreven
omdat ik als ik verder ga u nader waan
soms lijk ik, als ik voortga, stil te staan
omdat ik van de pijn niet werd ontheven
zoals een dier dat in zijn zijde
een pijl meedraagt door sneller weg te vluchten meer moet lijden
zo tracht ik me soms van u weg te spoeden
omdat die pijl mij zowel verwondde als verblijdde
maar ik ben, verteerd door pijn en smart het vluchten moede

dinsdag 11 september 2012

I GET ALONG WITHOUT YOU VERRY WELL

nooit echt iemand lief gehad
ik zal het ook nooit kunnen vrees ik
wel veel gehouden van

zo hou ik meer van dingen
die naamloos in een oude doos
een tweede bestemming krijgen

alsof ik herinneringen
naar een graf toedraag


een oude foto met daarop
een nobele onbekende
die kleurloos en door de tand des tijds
van zijn verhaal ontdaan werd

een kaartje van een meisje
dat een andere ruiter vond
'voor eeuwig de jouwe" staat er

het eeuwig duurde enkele weken
al leek het soms wel
alsof het eeuwig duurde

een oude zaklamp
die de duisternis ooit licht schonk
en een veter met een ring aan

en voor de rest veel lucht

JOUW NAAM

Ik kocht een schrift waarin ik je naam schreef
en vervolgens geen zin meer kon bedenken
om je mijn liefde te verklaren
dus schreef ik je naam maar duizend keer,
in elk formaat, in alle kleuren,
ik bedacht er zelfs de geuren bij,
de zachtheid van je haren,
de warmte van je lichaam,
de somberheid in je ogen,
de afstand en het verlangen,
het slapen in je armen,
de passie om de liefde
een naam te geven
Jouw naam!
Desnoods wel duizend keer...

ALLES MOET WEG

Ik heb hier nog wat te koop mevrouw:
Wat dacht U van wat zelfvertrouwen,
Of van deze amulet?
Een tijgeroog!
Je vindt ze zelden in deze kleur
en bovendien 'Made in China', handgemaakt!
Brengt geluk!
Ook in de liefde velt zo'n steen een reus.
En hier: een stem uit de tijd
dat Jezus nog geen stropdas droeg
(ze verkondigde de liefde) ,
gewoon het stof afdoen
en ze ratelt nog jaren door.
Kijk hier! Een doos
vol oude idealen op zoek
naar een gezonde geest.
Wat moet ik ermee
nu ik langzamerhand krankzinnig wordt?
Je mag ze gratis hebben bij de aankoop
van deze ongeschreven liefdesbrieven,
succes verzekerd ,voedsel voor de geest...
En hier een gebroken hart,
in een uitzonderlijk mooi kistje,
bewaar het goed want te lijmen valt het niet...

HERINNERING

hou me vast
heel even maar
een korte dans
hart tegen hart

en laat me zachter
dan de stilte
de pijn van je
aanwezigheid
in mijn armen voelen

laat elke stap
of pas me breken
laat me ter plaatse sterven
het geeft niet
zolang je bij me bent

laat me aan je
haren ruiken
laat me bedwelmen
bij het ontwaken

en sleur me mee
in een herinnering

MET DE TIJD

Als je weet dat liefde
met de tijd gemakzucht wordt,
interesse een gewoonte,
als de tijd een teaser wordt
voor wat ons nog te wachten staat

Hoe kan een droom
dan nog een droom zijn?

Als je weet dat liefde
met de tijd niet meer is
dan het verlangen naar verlangen,
dat woorden alleen maar woorden zijn

Hoe kan een woord
zich dan nog in een zin verschuilen?

Als je weet dat liefde
met de tijd gevoelens sprokkelt
in een ontgonnen leven,
dat alles wat er ooit toe deed
een stem is uit een ver verleden

Hoe kan je dan een woord
nog van een stem voorzien?

Blogarchief